dinsdag 17 april 2012

Beeldende lesopdracht

Parson
1 associeren
2 voorstelling
3 expressie
4 leerbaar
5 eigen mening


1. Waar doet het je aan denken?
2. Wat valt je het meeste op?
3. Wat doen de kleuren met je gevoel?
4. Wat zou de man op het paard voor relatie hebben ten opzichte van de mensen op de boot?
5. Zou je dit schilderij thuis ophangen? Waarom wel/niet?


Beeldend probleem:
Je gaat op vakantie naar een ander land naar keuze. Om hier heen te gaan moet je een voertuig kiezen die jou erheen brengt. Je moet er voor zorgen dat er in het voertuig minimaal 3 kenmerken van het land terug komen, zodat de medeleerlingen weten waar je heen gaat. De vlag, en Nederland mogen niet worden gebruikt. Je moet er wel rekening mee houden dat het voertuig jouw land moet kunnen bereiken.
Materialen:
Voordat de les begint zorgt de docent ervoor dat er voldoende kosteloos materiaal aanwezig is. Zo voorkom je dat sommige leerlingen niet aan de slag kunnen. Ook moet je zorgen voor voldoende lijm, papier en scharen.

Receptief
Je gaat met de kinderen bedenken welke vervoersmiddelen er allemaal zijn. Vervolgens ga je het hebben over wat kenmerken zijn van een land. Ook kijk je naar de poster waar de wereldkaart staat, met daar omheen allemaal vervoersmiddelen. Geef de kinderen de tijd om zelf een land te kiezen en hiervoor kenmerken te zoeken. Voor het opzoeken van kenmerken mogen ze gebruik maken van verschillende media.
Let op!: Geef geen concrete voorbeelden van wat ze kunnen maken! Laat ze dit zelf ontdekken.




Productief:
Vervolgens gaan ze eerst aan de slag met het schetsen van hun voertuig. Mochten ze tevreden zijn over hun schets kunnen ze aan het slag met het kosteloos materiaal en hun voertuig echt gaan bouwen.

Reflectief
De kinderen presenteren de voertuigen aan elkaar. Eerst wordt er door de andere kinderen geraden welk land zij denken dat het is. Daarna vertelt het kind waarom het het desbetreffende voertuig heeft gekozen, en welke kenmerken hij naar voren heeft laten komen.
 
Ontwikkelingsfasen: Ambachtelijk / Expressiviteit
De kinderen vallen tussen deze twee fasen in. De meeste kinderen kunnen kunst wel accepteren zolang het een natuurgetrouwe weergave heeft. Sommige kinderen zijn al wat verder en vinden een beeld goed zodra de maker er gevoel in heeft gelegd.
Zodra de kinderen zelf kunstzinnig bezig zijn zullen zij zelf ook proberen om het kunstwerk zo natuurgetrouw mogelijk te maken. De kinderen die wat verder zijn zullen ook hun gevoel erin proberen uit te beelden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten